Fanatieke camperpolitici
Al ver voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2014 heeft het CDA al geopperd om aan de rand van
het dorp, op Nienoord, een aantal camperplaatsen te realiseren. Dat zou de middenstand ten goede
komen, omdat ‘camperaars’ veel zouden besteden in het dorp. En camperaars zouden niet veel op
hebben met de bestaande kampeerfaciliteiten. In de formatie tussen de drie partijen CDA, PvdA en
Groen Links was de coalitie het over veel zaken niet eens, maar over de camperplaatsen was er geen
discussie. Waarom? Zowel de fractievoorzitter van het CDA als de (nu overleden) wethouder van
Groen Links waren verwoede camperaars. Ervaringsdeskundigen dus. En de PvdA kon het niet zoveel
schelen.
Nu is er op Nienoord ook een camping. Waar ook camperaars meer dan welkom zijn. De VVD heeft
nooit begrepen waarom camperaars daar niet kunnen verblijven. ’t Is immers ook op loopafstand van
het dorp. Camping Nienoord was niet blij met de plannen van de fanatieke camperpolitici. De
camping kreeg (gelukkig) het recht aan hun zijde.
Sinds een paar jaar is de concurrentiepositie van een gemeente geregeld in de Wet Markt en
Overheid. Wat deze wet regelt komt er kortweg op neer dat de overheid geen voordeel mag behalen
uit haar bijzondere positie. Specifiek worden drie punten benoemd voor als de overheid iets doet
wat niet in het algemeen belang is of concurrerend voor een bedrijf: de overheid moet minstens de
integrale kostprijs doorberekenen, de overheid mag geen misbruik maken van de data die al in hun
bezit zijn en er mag geen belangenverstrengeling voorkomen.
Met name vanwege de concurrentie heeft de rechter -die is er al een keer bij gehaald- aangegeven
dat de gemeente de camperplannen niet zo kan uitvoeren als men had gedacht. De integrale
kostprijs moet worden doorberekend in de prijs van een overnachting. Zo is de Wet nu eenmaal.
Wie dacht dat de fanatieke camperpolitici het zouden opgeven komt bedrogen uit.
Er zijn door de campercoalitie drie opties bedacht om camperaars toch van de camping af te houden:
Optie 1 is een betaalautomaat, maar dan zou de prijs per nacht op €60 uitkomen. Dat vonden de
fanatieke camperpolitici te gek worden. Ook te gek was het verstrekken van een overnachtingskaart
can €40 bij het paviljoen aan de haven. De derde variant werd het dus. De camperaar moet
(uiteraard voor 17.00 uur) een overnachtingskaart bij het gemeentehuis halen voor €15 per nacht.
Voor handhaving wordt 5 minuten per week (u leest het goed) uitgetrokken. De fanatieke
camperpolitici vonden dat waarschijnlijk om meerdere redenen erg mooi: Het tarief is niet te gek
hoog en handhaving is feitelijk niet mogelijk (BOA’s werken niet na 17.00 uur en in 5 minuten per
week moet je wel erg veel geluk hebben om een foutcamperaar te betrappen).
De VVD begrijpt niet waarom de camperpolitici de eigenaar van de camping zo dwars zit, enkel
omdat hun zin moet worden doorgedreven.
U begrijpt, de VVD zou liever zien dat de gemeente deze dubieuze plannen die schijnbaar aan de wet
voldoen laat varen en camperaars gewoon verwijst naar de camping Nienoord. Waar ze ook nog eens
voor minder (€10) kunnen overnachten.